De verklaring is ruimtegebrek...
Bij de 105 serie is het gehele motornummer (dus code + serienummer) maximaal 16 posities.
Dit geeft bij een vroeg blok de volgende opstelling (even een 1750 blok als voorbeeld):
AR00548* + 8 cijfers voor het serienummer (meer dan genoeg)
In 1965 kwam het 1600 blok voor de Giulia Super 1600 uit en die kreeg als code AR00526* + 8 cijfers voor het serienummer
In 1969 werd dat blok geupdate en werd de code AR00526/A* + 6 cijfers voor het serienummer (2 cijfers zijn opgeofferd aan het "/A" gebeuren).
Met 6 cijfers kun je nog steeds 999.999 motoren bouwen en individueel nummeren.
In 1972 werd het blok verder geupdate en begon het serienummer met een "S" wat de volgende combi gaf: AR00526/A*S + 5 cijfers voor het serienummer. Met 5 cijfers kun je "maar" 99.999 motoren individueel nummeren.
Dit blok werd gebruikt in de Giulia Nuova 1600, 1600 GT Junior, Spider 1600 en uiteindelijk zelfs van 1986 - 1989 in de Spider 1.6. Met enig optimisme was het niet ondekbaar dat er in totaal meer dan 99.999 motoren gebouwd zouden gaan worden en dan liep het systeem vast... Ik neem op dit moment aan dat de ponsmachine die de nummers insloeg domweg niet meer dan 16 karakters kon "verwerken".
Om bovenstaand probleem voor te zijn gebruikte men niet alleen de cijfers 0- 9 maar ook de letters A - Z voor het serienummer. Na de 9 ging men doodleuk door met de A, de B etc. en bleef men toch binnen de beperking van 16 karakters. Omdat deze methode wel ERG veel "ruimte" gaf, werd het nummer aan het eind opgevuld met een "+".
Het is dus een 1600 blok dat ergens tussen 1972 en 1989 gebouwd is.
Dit is een 1600 blok dat uit een Nuova komt:
De letters werden dus op alle posities van het serienummer gebruikt.
Zo simpel is het soms...
Patina: Roest, gezien door ogen van iemand met poetsfobie...