1. In het vlak voor het directe gezichtsveld mogen, in afwijking van artikel 2.9.5, de volgende beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn:
a. enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte;
b. oppervlakkige krassen waarvan de breedte niet meer dan 5 mm bedraagt;
c. beschadigingen of verkleuringen waarvan de afmetingen zodanig zijn, dat een denkbeeldig getrokken cirkel om de gehele beschadiging of verkleuring heen een diameter heeft van niet meer dan 20 mm.
2. In het vlak voor het indirecte gezichtsveld mogen, in afwijking van artikel 2.9.5, de volgende beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn:
a. enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte;
b. oppervlakkige krassen waarvan de breedte niet meer dan 5 mm bedraagt;
c. beschadigingen of verkleuringen waarvan de afmetingen zodanig zijn, dat een denkbeeldig getrokken cirkel om de gehele beschadiging of verkleuring heen een diameter heeft van niet meer dan 50 mm.
3. Onder de in het eerste en tweede lid genoemde enkelvoudige scheuren worden scheuren verstaan die in de gezichtsvelden geen vertakkingen vertonen tussen begin- en eindpunt, zoals weergegeven in figuur 15.
4. In het randvlak mogen beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn.
5. Indien een beschadiging of verkleuring doorloopt in de verschillende te beoordelen vlakken van de ruit, dan moet alleen dat deel van de beschadiging of verkleuring in ogenschouw worden genomen dat in het te beoordelen vlak aanwezig is.
(c) RDW (opgemaakt door RDW)
Volgens mij ga je met 2c nat...
Adios, JR