vr okt 20, 2006 09:48
even geleend:
De locatie
Een lambdasonde werkt pas goed bij hogere temperaturen (±300°C), omdat uitlaatgassen deze temperatuur makelijk haalt geeft het plaatsen van een lambdasonde aan het begin van het uitlaat traject geen problemen. Omdat de uitlaatgassen echter snel afkoelen is het dus zaak om de lambdasondes niet te ver naar achteren te plaatsen. Dit omdat bij de aftermaket spuitstukken vaak geen lambda aansluiting aanwezig is en deze dus naderhand aangebracht moet worden is het dus zaak hierop te letten.
Is het om bepaalde redenen niet mogelijk om de lambdasonde dicht bij de motor te plaatsen, is er nog de mogelijkheid om gebruik te maken van een verwarmde lambdasonde.
Zorg er naast de kortste afstand tot de motor ook voor dat het management alle cilinders meet.
De verbranding vindt plaats in paren, zo heeft een B16A1 2 lambdasondes welke zo geplaatst moeten worden dat met deze twee sondes alle cilinders gemeten worden. Lambda A (primair) meet cilinder 2 en 3, lambda B (Secundair) meet cilinder 1 en 4.
Het is dus niet goed om de twee sondes in twee buizen te plaatsen die rechtstreeks met de cilinders verbonden zijn. Dit geeft het probleem dat als er bijvoorbeeld een injector verstopt zit er één cilinder te arm kan lopen, is dit nou net de cilinder waar geen lambda aan verbonden is dan wordt dit niet opgemerkt met alle gevolgen van dien.
De ECU meet deze paren om en om. Ook omdraaien van de lambda's aan de ECU (bedradingsfout) geeft een foutcode.
33 type 2 16V carbs & Delta EVO
Historie: Spider QV ‘87, 33 1.4, 147GTA, 156 2ltr, 75 America, 33 16V, 155 2ltr 16V sport, Giulia Squadra Bianca, 75 QV, 33 imola, 75 ts, 33 1.5, 75 ts, 33 16V QV S, 33 16V QV, 33 16V, 33 1.7 8V, 33 1.3S